In de winter ligt de vacht van een kat qua groei in rust. Dat betekent dat er minimale haargroei plaatsvindt en doordat er geen vachtwissel is, ook bijna geen verharing. Best lekker, want dat scheelt stofzuigen! Echter, dat neemt niet weg dat je in de winter als kattenbaas de vacht niet in de gaten hoeft te houden. Sterker nog wintervilt ligt op de loer en dus is het extra oppassen als het koud is.
Dermatoloog Jet Bijen-Veldhoen van Praktijk voor Huid en Vacht heeft al tientallen jaren ervaring met allerlei huid en vachtproblematiek en heeft een duidelijk artikel geschreven over waar op te letten om klitten en vilt in de winter te voorkomen. Ik mag dit artikel met jullie delen om een goede voorbereiding te bieden voor als de kou gaat inzetten! Veel leesplezier. En mochten er vragen zijn neem dan gerust contact met mij op of plan een afspraak in de salon.
Er zijn jaarlijkse perioden waarin vachten van halflang- en langhaarkatten klitgevoeliger dan anders worden en gemakkelijk vervilten. De grootste kans daarop is in (en tegen het einde van) de winter. Daar zijn twee belangrijke oorzaken voor aan te wijzen.
Zodra het wintert, vriest en sneeuwt heerst buiten een droge atmosfeer. Binnenshuis wordt dan volop gestookt wat een negatieve invloed heeft op de luchtvochtigheid. Vachten van zowel binnenshuis overwinterende katten als incidentele ‘buitensporters’ ondervinden daar de nadelige gevolgen van.
Een tweede aspect wordt gevormd door de conditie van de haren. In de winter is de vacht van een kat op volle sterkte; alles doet tenslotte mee om ’s winters een perfecte isolatie te kunnen waarborgen. Slechts een klein deel van de haarknoppen is actief maar verder zijn de haren, van zeer diverse leeftijden, in ruste. Veel daarvan zijn oud en versleten; ze zitten hun tijd tot de voorjaarsrui uit. Ze moeten wachten tot in het voorjaar de dagen lengen en er meer uren daglicht beschikbaar zijn. De haarknoppen zullen dan op grote schaal jong materiaal gaan ontwikkelen en stoten de oudste wolharen in enkele weken af. Voor meer informatie over de ruicyclus ga dan naar deze blog.
We weten dat juist deze beschadigde haren erg gevoelig zijn voor klitvorming bij droge atmosfeer. Er is niet veel nodig om ze statisch te maken. Als de kat geaaid of geborsteld wordt ziet men het haar soms knetterend uitwaaieren.
De gehavende haarschubben van de oudste haren brokkelen door slijtage af waardoor een prikkeldraadeffect ontstaat; kapotte haren klampen zich eenvoudig aan elkaar vast en vormen het begin van een klit.
Een bijkomend nadeel van beschadigd haar is dat de distributie van talg niet meer optimaal is. Daardoor drogen de betreffende haren nóg verder uit en verandert een klit vanzelf in steeds compacter wordend vilt. Helaas worden daarbij ook jonge, intacte haren meedogenloos in de viltklit of -plaat getrokken.
Uiteindelijk kan zich een massief, pijnlijk viltpantser vormen waarbij het soepele kattenvel letterlijk in plooitjes ìn de klit getrokken wordt.
Het proces waarin haren uitdrogen, klitten en vervilten kan razendsnel verlopen. Uiteraard zijn er katten waarvan de vacht vervilt door verwaarlozing maar in de wintermaanden kunnen zelfs redelijk onderhouden langhaarvachten in minder dan een week verklitten. Lees hier meer over vervilting van de kattenvacht.
Kattentrimmers weten hun agenda’s vooral volstromen tijdens en na vorstperioden. Veel katten vertonen immers dàn ineens de winterse klitten en moeten met relatieve spoed behandeld worden om volledige vervilting te voorkomen.
Het alternatief is een preventieve ‘winterklaar’ beurt die men de katteneigenaar in de rustiger perioden kan aanbieden. Een klittencontrole en vooral uitvoerige voorlichting over hoe te handelen bij statische vachten kan een viltjasje helpen voorkomen.
Verder kan de eigenaar trachten de atmosfeer binnenshuis te verbeteren met verdampers, natte doeken over radiatoren of een goed luchtbevochtigingssysteem.
Voel de vacht van de kat dagelijks met de vingers door en zoek naar beginnende klitjes. Peuter de geklitte sliertjes met de vingers uit elkaar. Dat kan ook met de eerste twee punten van een metalen, wijdgetande, liefst vertikaal gehouden kam. Maak geen lange ‘slagen’, houdt de kambeweging zo kort mogelijk.
Met een beetje rijstzetmeel of maïzena in de vacht glijden de twee kamtanden nog gemakkelijker door de vacht.
Beperk het kammen tot de plaats waar de klitjes zitten. Men moet zich niet laten verleiden tot het ‘even meenemen’ van de rest van de vacht.
Er komt mogelijk een moment dat er ineens heel veel oude wolharen op elkaar plakken of lijken los te laten.
Dàt is het moment dat de trimmer moet worden ingeschakeld.
Dit artikel is geschreven door dermatoloog:
Jet Bijen-Veldhoen
Praktijk voor Huid en Vacht
Wandeldreef 4
4527BX Aardenburg